Vooroordeel
Toen ik mijn tas in de kluis zette, stond er een meneer in de gang. Hij zag er slonzig uit, qua kleding, maar de kapper had hij ook al lange tijd niet gezien. Hij kwam warrig over, bewoog zich geheimzinnig. Eerlijk gezegd dacht ik dat het de zwerver uit de buurt was die, zoals zoveel mensen, graag in het hospice is. Bij de overdracht hoorde ik dat hij in kamer 5 was opgenomen. O, een bewoner dus. Hij zat vaak in de tuin, een sigaretje te roken. Op de kamers mag dat niet. Aan tafel raakten we in gesprek. Het bleek een zeer gestudeerde man te zijn met hoog aanzien op zijn vakgebied. Je kon geweldig leuke gesprekken met hem voeren, als je hem maar wel serieus benaderde. Ik voelde mij wat schuldig, omdat ik toch een soort van vooroordeel had gehad. Hij schuifelde door het gebouw, onrustig, en deed zijn ding. We moesten alleen opletten dat hij niet de deur uit ging, want hij zou, vanwege zijn ziekte, waarschijnlijk de weg terug niet meer kunnen vinden. Grote paniek dus toen hij even onvindbaar was, maar dat kwam goed. Hij knapte eigenlijk vooral op. En kreeg hier ook de manieren naar. We werden op een gegeven moment bijna gedirigeerd (biertje, sigaretje….) door hem. En ook de keuken was hij tot zijn domein gaan rekenen. Hij genoot duidelijk van de zorg en vrijheid in het hospice, maar daar is het hospice niet voor. Op een dag hoorde ik dat hij was overgeplaatst naar een verzorgingstehuis. Ben benieuwd hoe hij het daar heeft.
Hospiceverhalen
Verhalen over bijzondere levenservaringen van bijzondere mensen.